De Ahlalbait (as) kennen de interpretatie van de Koran als geen ander.
حدثنا يعقوب بن جعفر ، قال : كنت مع أبي الحسن عليهالسلام بمكة ، فقال له رجل : إنك لتفسر من كتاب الله ما لم يسمع! فقال : «علينا نزل قبل الناس ، ولنا فسر قبل أن يفسر في الناس ، فنحن نعلم [٢] حلاله وحرامه ، وناسخه ومنسوخه ، وسفريه وحضريه [٣] ، وفي أي ليلة نزلت كم من آية ، وفيمن نزلت ، [٤] فنحن حكماء الله في أرضه وشهداؤه على خلقه ، وهو قوله تبارك وتعالى : (سَتُكْتَبُ شَهادَتُهُمْ وَيُسْئَلُونَ) [٥] فالشهادة لنا ، والمسألة للمشهود عليه ، فهذا علم ما قد أنهيته [إليك ما لزمني ، فإن قبلت فاشكر ، وإن تركت فإن الله على كل شيء شهيدا]»
Van Ya`qoub bin Ja`far, die zei: Ik was met Imam al-Kadhim (as) in Mekka. Daar zei een man tegen hem (as): "Jij interpreteert de Koran wat je gebruikelijk niet hoort!"
Hij (as) antwoordde: "De Koran is aan ons geopenbaard voordat het aan de mensen was geopenbaard. En het is aan ons uitgelegd voordat het aan de mensen was uitgelegd. Wij kennen van het Boek wat toegestaan is, wat verboden is, wat geannuleerd en vervangen is, het duidelijke en het figuurlijke ervan, hoeveel verzen er op één nacht zijn geopenbaard en over wie. Dus wij zijn de leiders en de getuigen van Allah op Zijn aarde over Zijn creaties. En dat is de betekenis van Zijn uitspraak: {Hun getuigenissen zullen worden geschreven en daarna worden ondervraagd}. De getuigenis is aan ons en de ondervraging is voor degene tegen wie getuigd wordt. Deze kennis die ik aan jou hebben overgedragen, is niet noodzakelijk voor mij. Dus als je het accepteert, dan ben ik dankbaar. En als je het negeert, dan is Allah zeker getuige van alles." (Basa'ir ul-Darajat, Al-Saffar)
عن بشير الدهان ، قال : سمعت أبا عبدالله عليهالسلام ، يقول : «إن الله فرض طاعتنا في كتابه فلا يسع الناس جهلها ، لنا صفو المال ، ولنا الأنفال ، ولنا كرائم القرآن ، ولا أقول لكم إنا أصحاب الغيب ، ونعلم كتاب الله ، وكتاب الله يحتمل كل شيء ، إن الله أعلمنا علما لا يعلمه أحد غيره ، وعلما قد أعلمه ملائكته ورسله ، فما علمته ملائكته ورسله فنحن نعلمه
Van Bashir bin Duhan, die zei: Ik hoorde Imam al-Sadiq (as) zeggen: "Allah heeft de gehoorzaamheid aan ons verplicht gesteld in Zijn Boek. De mensen kunnen ons dus niet zomaar negeren. Wij hebben recht op de beste opbrengsten en de buit. Wij beschikken over de wonderen van de Koran. We zeggen niet dat wij het ongeziene zelfstandig kennen. Wij kennen juist het Boek van Allah, en het Boek van Allah bevat alle zaken.
Allah heeft ons kennis geleerd dat niemand anders dan Hij kent. Hij heeft ons ook kennis geleerd die Hij aan zijn engelen en boodschappers heeft geleerd. Dus wat de engelen de boodschappers kennen, kennen wij ook." (Tafsir al-`Ayyashi)
Het verbod op het interpreteren van de Koran.
عن عبد الرحمن بن سمرة ، قال : قال رسول الله صلىاللهعليهوآلهوسلم : من فسر القرآن برأيه فقد افترى على الله الكذب ، ومن أفتى بغير علم لعنته ملائكة السماء والأرض ، كل بدعة ضلالة ، وكل ضلالة سبيلها إلى النار
Van Abd al-Rahman bin Samura, die zei: De Profeet (s) zei: "Wie de Koran interpreteert middels zijn eigen mening, heeft gelogen over Allah. En wie zonder kennis een fatwa (wetsoordeel) geeft, wordt vervloekt door de engelen van de hemelen en de aarde. En iedere innovatie is een dwaling, en iedere dwaling leidt naar het vuur." (Kamal ul-Dien, Al-Sadouq)
عن زيد الشحام ، قال : دخل قتادة بن دعامة [١] على أبي جعفر عليهالسلام ، فقال : «يا قتادة ، أنت فقيه أهل البصرة؟». فقال : هكذا يزعمون. قال أبو جعفر عليهالسلام : «بلغني أنك تفسر القرآن؟». قال له قتادة : نعم ... فقال أبو جعفر عليهالسلام : «ويحك ـ يا قتادة ـ إنما يعرف القرآن من خوطب به
Van Zayd bin Shaham, die zei: Qutada bin Du`ama kwam binnen bij Imam al-Baqir (as), waarna de Imam zei: "O Qutada, ben jij de geleerde van de mensen van Basra?" Qutada zei: "Dat is wat ze beweren." Imam al-Baqir (as) zei: "Ik heb vernomen dat jij de Koran interpreteert." Qutada zei tegen hem (as): "Klopt." Imam al-Baqir (as) zei: "Wee jou, O Qutada! Degene die de Koran kent, is slechts degene die ermee is aangesproken." (Al-Kafi, Al-Kulayni)
عن الريان بن الصلت ، عن علي بن موسى الرضا ، عن أبيه ، عن آبائه ، عن أمير المؤمنين عليهمالسلام : «قال الله جل جلاله : ما آمن بي من فسر برأيه كلامي ، وما عرفني من شبهني بخلقي ، وما على ديني من استعمل القياس في ديني
Van Rayan bin Sulat, van Imam al-Rida (as), van Imam Ali (as), die zei: Allah, verheven is Hij, zei: "Wie Mijn woorden interpreteert middels zijn eigen mening, heeft niet in Mij geloofd. En wie Mij vergelijkt met Mijn creaties, kent Mij niet. En wie analogie toepast in Mijn religie, bevindt zich niet op Mijn religie." (Uyun Akhbar, Al-Sadouq)
عن محمد بن كعب ، قال : قال رسول الله صلىاللهعليهوآلهوسلم : «إنما أتخوف على أمتي من بعدي ثلاث خصال : أن يتأولوا القرآن على غير تأويله ، أو يتبعوا زلة العالم ، أو يظهر فيهم المال حتى يطغوا ويبطروا ، وسأنبئكم المخرج من ذلك ؛ أما القرآن فاعملوا بمحكمه وآمنوا بمتشابهه ، وأما العالم فانتظروا فيئته [١] ولا تتبعوا زلته ، وأما المال فإن المخرج منه شكر النعمة وأداء حقه
Van Mohammad bin Ka`b, die zei: De Profeet (s) zei: "Ik vrees drie zaken voor mijn umma: Dat zij de Koran anders zullen interpreteren dan zijn ware betekenis, dat zij de fouten van de geleerden gaan volgen en dat zij zodanig rijk worden dat zij buitensporig en arrogant zullen zijn. Maar ik zal jullie vertellen hoe dat te vermijden is: Wat betreft de Koran, praktiseer dan het duidelijke en geloof in het figuurlijke. Wat betreft de geleerden, wacht dan op wat hem verleid en volg niet zijn fouten. Wat betreft rijkdom, dat is te vermijden middels dankbaarheid voor zegeningen en het nakomen van Allah's verplichtingen." (Al-Khisal, Al-Sadouq)
عن أبي معمر السعداني ، أن رجلا قال له أمير المؤمنين علي بن أبي طالب عليهالسلام : «إياك أن تفسر القرآن برأيك حتى تفقهه عن العلماء ، فإنه رب تنزيل يشبه كلام البشر ، وهو كلام الله ، وتأويله لا يشبه كلام البشر ، كما ليس شيء من خلقه يشبهه ، كذلك لا يشبه فعله تبارك وتعالى شيئا من أفعال البشر ، ولا يشبه شيء من كلامه كلام البشر ، وكلام الله تبارك وتعالى صفته ، وكلام البشر أفعالهم ، فلا تشبه كلام الله بكلام البشر فتهلك وتضل
Van Abi Ma`mar, dat Imam Ali (as) tegen een man zei: "Kijk uit dat je de Koran niet middels jouw eigen mening interpreteert, totdat jij kennis hebt opgedaan van de geleerden (i.e. de Imams). Want het is mogelijk dat de openbaring op de woorden van de mens lijkt, terwijl de interpretatie niet op de woorden van de mens lijkt. Dat is net zoals dat niemand van Zijn creaties op Hem lijkt. Zo ook is er niets van Zijn handelingen te vergelijken met de handelingen van de mensen. En niets van Zijn woorden zijn te vergelijken met de woorden van de mens. De woorden van Allah, zijn Zijn karakter. En de woorden van de mensen zijn hun handelingen. Dus vergelijk de woorden van Allah niet met de woorden van de mens, zodat je niet ten onder zult gaan en zult dwalen. (Al-Tawhid, Al-Sadouq)
عن زرارة ، عن أبي جعفر عليهالسلام ، قال : «ليس شيء أبعد من عقول الرجال من تفسير القرآن ، إن الآية ينزل أولها في شيء ، وأوسطها في شيء ، وآخرها في شيء» ، ثم قال : «(إِنَّما يُرِيدُ اللهُ لِيُذْهِبَ عَنْكُمُ الرِّجْسَ أَهْلَ الْبَيْتِ وَيُطَهِّرَكُمْ تَطْهِيراً) [١] من ميلاد الجاهلية
Van Zurara, van Imam al-Baqir (as), die zei: "Er staat niets zo ver van het verstand van de mens als de interpretatie van de Koran. Het eerste deel van een vers kan geopenbaard zijn over iets, het middelste deel over iets (anders) en het laatste deel over iets (anders)." Vervolgens reciteerde hij (as): "{Allah wenst onreinheid van jullie weg te houden, O Ahlalbait, en om jullie grondig te reinigen}. Te reinigen van de geboorte van onwetendheid." (Tafsir al-`Ayyashi)
عن معلى بن خنيس ، قال : قال أبو عبدالله عليهالسلام : «ما من أمر يختلف فيه اثنان إلا وله أصل في كتاب الله عز وجل ، ولكن لا تبلغه عقول الرجال
Van Mu`alla bin Khunais, die zei: Imam al-Sadiq (as) zei: "Er is geen zaak waar twee mensen onenigheid over kunnen hebben, behalve dat er een fundament over te vinden is in de Koran. Maar het verstand van de mens kan dat niet bereiken." (Al-Mahasin, Al-Barqi)
عن هشام بن سالم ، عن أبي عبدالله عليهالسلام [١] ، قال : «من فسر القرآن برأيه فأصاب لم يؤجر ، وإن أخطأ كان إثمه عليه
Van Hisham bin Salim, van Imam al-Sadiq (as), die zei: "Wie de Koran interpreteert middels zijn eigen mening en het goed heeft, zal niet beloond worden. En indien hij het fout heeft, zal hij zijn eigen zonde dragen." (Tafsir al-`Ayyashi)
عن عمار بن موسى ، عن أبي عبدالله عليهالسلام قال : سئل عن الحكومة؟ قال : «من حكم برأيه بين اثنين فقد كفر ، ومن فسر برأيه آية من كتاب الله فقد كفر
Van `Ammar bin Musa, die aan Imam al-Sadiq (as) vroeg over regeren, dus antwoordde de Imam: "Wie met zijn eigen mening oordeelt, is ongeloof begaan. En wie middels zijn mening een vers van de Koran interpreteert, is ongeloof begaan." (Tafsir al-`Ayyashi)
عن القاسم بن سليمان ، عن أبي عبدالله عليهالسلام ، قال : «قال أبي عليهالسلام : ما ضرب رجل القرآن بعضه ببعض إلا كفر».
قلت : ذكر محمد بن علي بن بابويه في كتاب (معاني الأخبار) عن بعض العلماء [١] في معنى هذا الحديث : هو أن يفسر آية بتفسير آية أخرى
Van Al-Qasim bin Sulayman, van Imam al-Sadiq (as), die zei: "Wie een deel van de Koran interpreteert middels een ander deel van de Koran, begaat ongeloof." (Al-Kafi, Al-Kulayni)
Mohammad bin Ali bin Babawayh heeft in zijn boek 'Ma`ani al-Akhbar' vermeld van sommige geleerden dat deze overlevering betekent: "Wie een vers interpreteert middels een ander vers (begaat ongeloof)."
De Ahlalbait (as) zijn degenen die gevestigd zijn in kennis.
هُوَ الَّذِي أَنزَلَ عَلَيْكَ الْكِتَابَ مِنْهُ آيَاتٌ مُّحْكَمَاتٌ هُنَّ أُمُّ الْكِتَابِ وَأُخَرُ مُتَشَابِهَاتٌ ۖ فَأَمَّا الَّذِينَ فِي قُلُوبِهِمْ زَيْغٌ فَيَتَّبِعُونَ مَا تَشَابَهَ مِنْهُ ابْتِغَاءَ الْفِتْنَةِ وَابْتِغَاءَ تَأْوِيلِهِ ۗ وَمَا يَعْلَمُ تَأْوِيلَهُ إِلَّا اللَّهُ ۗ وَالرَّاسِخُونَ فِي الْعِلْمِ يَقُولُونَ آمَنَّا بِهِ كُلٌّ مِّنْ عِندِ رَبِّنَا ۗ وَمَا يَذَّكَّرُ إِلَّا أُولُو الْأَلْبَابِ
Hij is die het Boek aan jou heeft geopenbaard. Daarin zitten verzen die specifiek zijn, en die vormen de basis van het Boek, en anderen die figuurlijk zijn. Dus degenen in wiens harten dwaling zit, volgen hetgeen wat niet specifiek is, om fitna te veroorzaken en een interpretatie te zoeken.
Maar niemand kent de interpretatie behalve Allah en de gevestigden in kennis. Zij zeggen: "Wij geloven erin. Alles is van onze Heer." En niemand gedenkt, behalve degenen die begrijpen. [3:7]
عن أبي بصير، عن أبي عبد الله عليه السلام قال: نحن الراسخون في العلم ونحن نعلم تأويله
Van Abi Basir, van Imam al-Sadiq (as), die zei: "Wij zijn degenen die gevestigd zijn in kennis en wij kennen de interpretatie ervan."
عن بريد بن معاوية، عن أحدهما عليهما السلام في قوله الله عز وجل: " وما يعلم تأويله إلا الله والراسخون في العلم (1) " فرسول الله صلى الله عليه وآله أفضل الراسخين في العلم، قد علمه الله عز وجل جميع ما أنزل عليه من التنزيل والتأويل، وما كان الله لينزل عليه شيئا لم يعلمه تأويله، وأوصياؤه من بعده يعلمونه كله
Van Yazid bin Muawiya, van één van de twee Imams, over de uitspraak van Allah: {En niemand kent de uitleg behalve Allah en de gevestigden in kennis}. Hij (as) zei: "De Profeet (s) is de beste van de gevestigden in kennis. Allah heeft hem alles geleerd over de openbaring en de interpretatie. En Allah zou niets aan hem openbaren, behalve dat Hij hem ook de interpretatie leerde. En de opvolgers van de Profeet (s) kennen dat allemaal."
عن عبد الرحمن بن كثير، عن أبي عبد الله عليه السلام قال: الراسخون في العلم أمير المؤمنين والأئمة من بعده عليهم السلام
Van Abd al-Rahman bin Kathir, van Imam al-Sadiq (as), die zei: "De gevestigden in kennis zijn Imam Ali en de Imams na hem, vrede zij met hen."
عن أبي بصير عن أبي عبد الله عليه السلام يقول: ... الراسخون في العلم هم آل محمد
Van Abi Basir, van Imam al-Sadiq (as), die zei: "De gevestigden in kennis zijn de familie van Mohammad (as)."
عن أبي الصباح الكناني قال قال لي أبو عبد الله عليه السلام يا أبا الصباح نحن قوم فرض الله طاعتنا لنا الأنفال ولنا صفو المال و نحن الراسخون في العلم ونحن المحسودون الذين قال الله في كتابه
Van Abi Sabah al-Kinani, die zei: Imam al-Sadiq (as) zei tegen mij: "O Abu Sabah, wij zijn een volk aan wie Allah gehoorzaamheid verplicht heeft gesteld. Wij hebben recht op de buit en de beste opbrengsten. Wij zijn de gevestigden in kennis en wij zijn degenen op wie de mensen jaloers zijn, waar Allah in Zijn Boek over gesproken heeft."
De Imams (as) hebben de verzen in hun harten.
بَلْ هُوَ آيَاتٌ بَيِّنَاتٌ فِي صُدُورِ الَّذِينَ أُوتُوا الْعِلْمَ ۚ وَمَا يَجْحَدُ بِآيَاتِنَا إِلَّا الظَّالِمُونَ
Integendeel, het zijn duidelijke tekens in de harten van hen aan wie de kennis gegeven is. Slechts de onrechtplegers verwerpen Onze tekens. [29:49]
عن عبد العزيز العبدي، عن أبي عبد الله عليه السلام في قول الله عز وجل: " بل هو آيات بينات في صدور الذين أوتوا العلم " قال: هم الأئمة عليهم السلام
Van Abd al-Aziz al-Abdi, van Imam al-Sadiq (as) over de uitspraak van Allah: {Het zijn duidelijke tekens in de harten van hen aan wie de kennis gegeven is}. Hij (as) zei: "Dat zijn de Imams, vrede zij met hen."
عن أبي بصير، قال: قال أبو جعفر عليه السلام في هذه الآية: " بل هو آيات بينات في صدور الذين أوتوا العلم ".. ثم قال: أما والله يا أبا محمد ما قال بين دفتي المصحف؟ قلت: من هم؟ جعلت فداك؟ قال: من عسى أن يكونوا غيرنا
Van Abi Basir, die zei: Imam al-Baqir (as) zei over dit vers: {Het zijn duidelijke tekens in de harten van hen aan wie de kennis gegeven is}: "Wallah, O Abu Mohammad, over wie wordt er altijd gesproken in de Koran?" Ik zei: "Wie zijn het?" Hij (as) zei: "Wie anders dan wij kunnen het zijn?"
عن هارون بن حمزة عن أبي عبد الله عليه السلام قال: سمعته يقول: " بل هو آيات بينات في صدور الذين أوتوا العلم " قال: هم الأئمة عليهم السلام خاصة
Van Haroun bin Hamza, van Imam al-Sadiq (as), die zei: "{Het zijn duidelijke tekens in de harten van hen aan wie de kennis gegeven is}. Dat zijn
slechts de Imams, vrede zij met hen."
