Het verwerpen en ontkennen van overleveringen

Het verbod op het ontkennen van een overlevering als je het niet snapt of het tegenovergestelde kent.

عن أبي عبيدة الحذاء قال: سمعت أبا جعفر عليه السلام يقول: والله إن أحب أصحابي إلي أورعهم وأفقههم وأكتمهم لحديثنا وإن أسوأهم عندي حالا وأمقتهم للذي(4) إذا سمع الحديث ينسب إلينا ويروى عنا فلم يقبله إشماز منه وجحده وكفر من دان به وهو لايدري لعل الحديث من عندنا خرج وإلينا اسند، فيكون بذلك خارجا عن ولايتنا

Van Abi Obayda al-Hudha, die zei: Ik hoorde Imam al-Baqir (as) zeggen: "De meest geliefde van mijn metgezellen is degene die (God) het meest vreest, het meest kennisrijk is en onze overleveringen het best verbergt. En de meest slechte en hatelijke persoon van mijn metgezellen is degene die wanneer hij een overlevering hoort die aan ons wordt toegeschreven en namens ons wordt overgeleverd, maar het niet begrijpt en het niet over zijn hart krijgt, de overlevering vervolgens gaat verachten, ontkennen en degene die het wel accepteert en praktiseert, gaat verketteren. En dat, terwijl hij niet eens weet of de overlevering misschien wel echt van ons afkomstig is en door ons is uitgevaardigd. Middels dat gedrag zal hij uit onze wilaya treden."

[Al-Kafi, Al-Kulayni]

عن أبي بصير، عن أبي جعفر أو عن أبي عبد الله عليهما السلام قال: لا تكذبوا بحديث آتاكم أحد: فإنكم لا تدرون لعله من الحق فتكذبوا الله فوق عرشه

Van Abi Basir, van Imam al-Baqir (as) of Imam al-Sadiq (as), die zei: "Ontken geen overlevering die iemand jullie vertelt. Jullie weten namelijk niet of het wellicht wel de waarheid is, waardoor jullie Allah vervolgens boven zijn troon hebben ontkend."

عن علي السناني عن أبي الحسن ع انه كتب إليه في رسالة ولا تقل لما بلغك عنا أو نسب إلينا هذا باطل وان كنت تعرفه خلافه فإنك لا تدري لم قلنا وعلى أي وجه وصفة.

Van Ali al-Sinani, dat Imam al-Kadhim (as) naar hem schreef: "Zeg niet over iets wat je van ons hebt vernomen of wat aan ons wordt toegeschreven, dat het onjuist is, ook al ken je het tegenovergestelde. Je weet namelijk nooit waarom we het gezegd hebben en in welke context."

[Basa'ir ul-Darajat, Al-Saffar]

عن حيون مولى الرضا، عن الرضا عليه السلام قال: من رد متشابه القرآن إلى محكمه هدي إلى صراط مستقيم، ثم قال عليه السلام: إن في أخبارنا متشابها كمتشابه القرآن، ومحكما كمحكم القرآن، فردوا متشابهها إلى محكمها، ولا تتبعوا متشابهها دون محكمها فتضلوا

Van Huyun, van Imam al-Rida (as), die zei: "Wie het figuurlijke van de Koran terugleidt naar het duidelijke ervan, zal geleid worden naar het juiste pad. Waarlijk, onze uitspraken bevatten figuurlijke zaken zoals de Koran en duidelijke zaken zoals de Koran. Dus leid het figuurlijke ervan terug naar het duidelijke ervan en volg niet het figuurlijke ervan zonder het duidelijke, want dan zal je dwalen."

[Uyun Akhbar al-Rida, Al-Sadouq]

Laat de moeilijke, onbegrijpelijke overleveringen over aan de Ahlalbait (as).

 عن جابر قال قال أبوجعفر عليه السلام: قال رسول الله صلى الله عليه وآله إن حديث آل محمد صعب مستصعب لا يؤمن به إلا ملك مقرب أو نبي مرسل أو عبد امتحن الله قلبه للايمان، فما ورد عليكم من حديث آل محمد صلى الله عليه وآله فلانت له قلوبكم وعرفتموه فاقبلوه، وما اشمأزت منه قلوبكم وأنكرتموه فردوه إلى الله وإلى الرسول وإلى العالم من آل محمد وإنما الهالك أن يحدث أحدكم بشئ منه لا يحتمله، فيقول: والله ما كان هذا والله ما كان هذا، والانكار هو الكفر

Van Jabir, die zei: Imam al-Baqir (as) zei dat de Profeet (s) zei: "De overleveringen van de familie van Mohammad zijn ondragelijk. Niemand gelooft erin behalve een nabije engel, een gezonde profeet of een gelovige wiens hart door Allah getest is op geloof. Dus als er een overlevering tot jullie komt waar jullie harten door tot rust komen en jullie herkennen, accepteer het dan. Maar de overlevering die je verafschuwt en verwerpelijk vindt, laat het dan over aan Allah, de Profeet (s) en de geleerden van de familie van Mohammad. Degene die namelijk ten onder zal gaan, is degene die iets verteld wordt wat hij niet kan verdragen, waarna hij gaat zeggen: "Dit is nooit gezegd of gebeurd!" Het ontkennen (van onze overleveringen) is namelijk ongeloof." (Al-Kafi, Al-Kulayni)

عن ابن سنان أو غيره رفعه إلى أبي عبدالله عليه السلام قال: إن حديثنا صعب مستصعب، لا يحتمله إلا صدور منيرة أو قلوب سليمة أو أخلاق حسنة، إن الله أخذ من شيعتنا الميثاق كما أخذ على بني آدم " ألست بربكم " فمن وفى لنا وفى الله له بالجنة ومن أبغضنا ولم يؤد إلينا حقنا ففي النار خالدا مخلداً

Van Ibn Sinan en anderen, die het overleveren van Imam al-Sadiq (as), die zei: Onze overleveringen zijn ondragelijk. Niemand kan ze aan behalve mensen met schitterende harten of veilige harten of goede manieren. Allah heeft namelijk een verbond met onze shia gesloten net zoals Hij met de kinderen van Adam een verbond heeft gesloten: "Ben Ik niet jullie Heer?" Dus wie de belofte aan ons volbrengt, zal door Allah het paradijs geschonken worden, maar wie ons haat en onze rechten niet erkent, zal zich voor eeuwig in het vuur bevinden. (Al-Kafi, Al-Kulayni)

محمد بن إدريس في آخر ( السرائر ) نقلا من كتاب مسائل الرجال لعلي بن محمد ( عليه السلام ) ، أن محمد بن علي بن عيسى كتب إليه ، يسأله عن العلم المنقول إلينا عن آبائك وأجدادك ( عليهم السلام ) ، قد اختلف علينا فيه ، فكيف العمل به على اختلافه ؟ أو الرد إليك فيما اختلف فيه ؟ فكتب ( عليه السلام ) : ما علمتم أنه قولنا فالزموه ، وما لم تعلموا (1) فردوه إلينا

Van Mohammad bin `Isa, dat hij schreef naar Imam al-Rida (as): Ik wil u vragen over de kennis die tot ons gekomen is via uw ouders en grootouders, want daar is onenigheid over tussen ons. Dus hoe moet er worden omgegaan met de onenigheid? Of moet hetgeen waar onenigheid over is, overgelaten worden aan u? De Imam (as) schreef terug: "Waar jullie van weten dat het onze uitspraak is, volg het. En waar jullie dat niet van weten, laat het dan over aan ons." (Wasa'il ul-Shia, Al-Hurr al-Amili)

Het verbod op het ontkennen van overleveringen die zelfs afkomstig zijn van corrupte en vervloekte personen.

عن سفيان بن السمط قال قلت لابي عبد الله (ع) جعلت فداك يأتينا الرجل من قبلكم يعرف بالكذب فيحدث بالحديث فنستبشعه ، فقال أبو عبد الله (ع) يقول لك اني قلت الليل انه نهار والنهار انه ليل؟ قلت لا قال فان قال لك هذا اني قلته فلا تكذب به فانك انما تكذبني

Van Sufyan bin Samt, die zei: Ik zei tegen Imam al-Sadiq (as): "Moge ik opgeofferd worden voor u. Soms komt er iemand naar ons die bekend staat om leugens en die vertelt ons een overlevering, waarna wij ervan walgen." Imam al-Sadiq (as) zei: "Zei hij tegen jou dat ik gezegd heb dat de avond juist de middag is en de middag juist de avond is?" Ik zei: "Nee." Hij (as) zei: "Als hij zegt dat ik dit gezegd zou hebben, ontken het dan niet, want anders ontken je mij." (Basa'ir al-Darajat, Al-Saffar)

عن سفيان بن السمط قال : قلت لأبي عبد الله عليه السلام : جعلت فداك ، إن الرجل ليأتينا من قبلك فيخبرنا عنك بالعظيم من الامر فيضيق بذلك صدورنا حتى نكذبه ، قال : فقال أبو عبد الله عليه السلام : أليس عني يحدثكم ، قال : قلت : بلى ، قال : فيقول لليل أنه نهار وللنهار أنه ليل ، قال : فقلت : لا ، قال : فقال : رده إلينا ، فإنك إن كذّبت فإنما تكذبنا

Van Sufyan bin Samt, die zei: Ik zei tegen Imam al-Sadiq (as): "Moge ik opgeofferd worden voor u. Soms komt er iemand naar ons die namens u beweert te spreken en die vertelt ons dan reusachtige dingen waar onze harten het benauwd van krijgen, waardoor wij vervolgens ontkennen wat hij gezegd heeft." Imam al-Sadiq (as) zei: "Beweert hij dat hij namens mij overlevert?" Ik zei: "Ja." Hij (as) zei: "Zegt hij tegen jou dat ik gezegd heb dat de avond juist de middag is en de middag juist de avond is?" Ik zei: "Nee." Hij (as) zei: "Laat dat over aan ons. Als je het namelijk ontkent, heb je ook ons ontkend." (Basa'ir al-Darajat, Al-Saffar)

شى : عن محمد بن مسلم قال : قال أبوعبدالله 7 يا محمد ما جاءك في رواية من بر أو فاجر يوافق القرآن فخذ به ، وما جاءك في رواية من بر أو فاجر يخالف القرآن فلا تأخذ به

Van Mohammad bin Muslim, die zei: Imam al-Sadiq (as) zei: "O Mohammad, wat overgeleverd wordt door een goed of slecht persoon dat overeenkomt met de Koran, accepteer het. Wat overgeleverd wordt door een goed of slecht persoon dat de Koran tegenspreekt, accepteer het niet."

[Tafsir al-`Ayyashi]

حدثني عبد الله الكوفي خادم الشيخ الحسين بن روح رضي الله عنه ، قال: سئل الشيخ يعني أبا القاسم رضي الله عنه عن كتب ابن أبي العزاقر بعدما ذم وخرجت فيه اللعنة فقيل له: فكيف نعمل بكتبه وبيوتنا منها ملاء؟ فقال: أقول فيها ما قاله أبو محمد الحسن بن علي (العسكري) صلوات الله عليهما وقد سئل عن كتب بني فضال ، فقالوا: كيف نعمل بكتبهم وبيوتنا منها ملاء ؟ فقال صلوات الله عليه: خذوا بما رووا وذروا ما رأوا

Van Abdallah al-Kufi, de dienaar van sheikh Al-Husain bin Ruh, die zei: De sheikh werd gevraagd over de boeken van Ibn Abi al-`Azaqir nadat hij bekritiseerd en vervloekt werd (door de Imam). Er werd tegen de sheikh gezegd: "Wat moeten we nu doen met zijn boeken terwijl onze huizen ermee gevuld zijn?" De sheikh zei: Ik zal zeggen wat Imam al-`Askari (as) daarover gezegd heeft toen hij gevraagd werd over de boeken van Bani Fudhal. Zij vroegen hem (as): "Wat moeten we met hun boeken doen, want onze huizen zijn er gevuld mee?" De Imam (as) zei: "Accepteer wat ze overleveren, maar laat hun standpunten en meningen." (Al-Ghayba, Al-Tusi)

عن أبي بصير، عن أحدهما عليهما السلام قال: لا تكذبوا بحديث آتاكم مرجئي ولا قدري (1) ولا خارجي (2) نسبه إلينا فإنكم لا تدرون لعله شئ من الحق فتكذبوا الله عز وجل فوق عرشه

Van Abi Basir, van één van de twee Imams, die zei: "Ontken geen overlevering die aan jullie verteld wordt door een murji'i, een qadri of een khariji die hij aan ons toeschrijft. Jullie weten namelijk niet of het wellicht wel iets van de waarheid is, waardoor jullie Allah vervolgens boven zijn troon hebben ontkend."

[Ilal ul-Shara'i`, Al-Sadouq]

Het oordeel over de murji'a, de qadri's en de khawarij.

عن أبي عبدالله عليه السلام قال: لعن الله القدرية، لعن الله الخوارج، لعن الله المرجئة، لعن الله المرجئة

Van Imam al-Sadiq (as), die zei: "Moge Allah de qadri's vervloeken. Moge Allah de khawarij vervloeken. Moge Allah de murji'a vervloeken."

[Al-Kafi, Al-Kulayni]