donderdag 3 september 2015

De waarheid over Ibn Arabi


Ontzettend veel sjiitische geleerden beschouwen Ibn Arabi als een verheven en belangrijk figuur. Ze beweren dat hij tot de meest complete mensen behoort. Het is wonderbaarlijk waarom deze sjiitische geleerden Ibn Arabi prijzen en zijn uitspraken proberen te begrijpen en te interpreteren.

Laten we een voorbeeld geven van hoe Ibn Arabi door enkele sjiitische geleerde helemaal in de hemel wordt geprezen.

Extremisme over Ibn Arabi.

Murtada al-Muttahari zegt:

Ibn Arabi is enorm wonderbaarlijk, zo ook Mulla Sadra. En over Ibn Arabi, zoals ieder ander genie, kan niets anders gezegd worden behalve dat hij wonderbaarlijk is. Er kan niets anders gezegd worden.

Bron Durus Falsafiyya, pg. 133



Kamal Haydari zegt dat Al-Allama al-Tabataba'i (auteur van Tafsir al-Mizan) zei:

Wat betreft Al-Allama al-Tabataba'i, die gelooft dat: "Niemand in de Islam met één zin kan komen zoals die van Ibn Arabi!" Refereer naar het boek 'Al-Mandhouma', van Murtada al-Muttahari, tweede druk, volume 1, voetnoot van bladzijde 239, in het Perzisch.

Bron: Al-Tawhid, vol. 1, pg. 232



[Geen foto beschikbaar, want Haydar Amuli leefde in de middeleeuwen]

Haydar Amuli zegt:

Ibn Arabi is een vertegenwoordiger van de vertegenwoordigers van Allah. En een vertegenwoordiger van Allah kan niets zeggen, behalve de waarheid. Want dat zo'n iemand leugens spreekt, is onmogelijk!

Bron: Nas al-Nusus, pg. 106


Niet Ibn Arabi, maar juist het extremisme onder vele sjiitische geleerden is eigenlijk hetgeen wat wonderbaarlijk is. Laten we nu eens gaan kijken wie Ibn Arabi daadwerkelijk is. De realiteit over Ibn Arabi is haast ongelooflijk.

De waarheid over Ibn Arabi.

Fusus al-Hikam is het bekende boek van Ibn Arabi, waarin hij zijn pantheïstische en atheïstische geloofsleer heeft uitgelegd. Ibn Arabi zegt in de introductie van zijn boek 'Fusus al-Hikam' het volgende:

Ik zag de Profeet (s) in een droom, in het laatste gedeelte van de maand Muharram, in het jaar 1229, in Damascus. Hij had een boek in zijn handen, en hij zei tegen mij: "Dit is het boek 'Fusus al-Hikam'. Pak het en breng het naar de mensen, zodat zij ervan kunnen profiteren." Ik zei: "Ik hoor en gehoorzaam Allah, Zijn boodschapper en degenen met autoriteit." Ik voerde de wens van de Profeet (s) uit met een oprechte intentie en een puur doel, en heb dit boek gemaakt zoals de Profeet (s) aan mij vertelde, zonder enige toevoeging of vermindering. Ik vroeg aan Allah om mij, zowel in deze missie als in al mijn situaties, te laten behoren tot degenen over wie de duivel geen autoriteit heeft. Ik heb Hem ook gevraagd om alles wat mijn vingers schrijven, alles wat mijn tong spreekt, alles wat mijn hart bevat, slechts openbaring en inspiratie moet zijn, via Zijn beveiliging. Zodoende om een overdrager te zijn en niet iemand die vanuit eigen begeerten schrijft. Dus degenen die dit boek bestuderen, mogen er zeker van zijn dat dit boek afkomstig is van een heilige plek, dat vrij staat van persoonlijke doelen, waarin misleiding gemoeid is. Ik hoop dat Allah mijn smeekbede heeft verhoord, want ik zal enkel schrijven wat Hij aan mij overdroeg, en ik zal enkel in dit boek openbaren wat Hij aan mij heeft geopenbaard. Ik ben geen profeet of boodschapper, maar ik ben een erfgenaam (van hen), die zich voorbereid op het hiernamaals.

Bron: Fusus al-Hikam, pg. 47 - 48




Ibn Arabi beweert dus dat zijn boek aan hem geschonken is door de Profeet (s), en dat dit boek alleen maar openbaring van Allah bevat, en dat hij een erfgenaam is van de profeten en boodschappers. Dit is nogal een bewering.

Dit boek 'Fusus al-Hikam' is overigens compleet gebaseerd op soennitische bronnen en op geen enkele bron van de Ahlalbait (as). Daarnaast is dit boek ook compleet waardeloos en schandalig. Zo zegt Ibn Arabi op bladzijde 130 van dit boek dat Abu Talib (as) als een ongelovige is gestorven. Maar op bladzijde 86 zegt hij heel vrolijk dat Omar zijn kennis heeft verkregen op dezelfde manier als de Profeet (s). Al met al is Ibn Arabi niet alleen een leugenaar, maar ook een nasibi.

Het absolute dieptepunt van de sjiitische geleerden.

Wat grappig is, is dat de sjiitische geleerden Ibn Arabi prijzen. Maar wat vindt Ibn Arabi eigenlijk van de sjiieten?

Ibn Arabi zegt in één van zijn andere boeken genaamd 'Futuhat al-Makiyya' dat er verschillende oprechte personen zijn die bepaalde speciale eigenschappen hebben. Hij noemt onder andere de Aqtab en de Abdal. Vervolgens heeft hij het over de Rajabiyyoun (rajabi's). De rajabiyyoun kunnen gedurende de Islamitische maand Rajab, de ware aard van mensen zien. Sommigen van deze rajabiyyoun kunnen zelfs het hele jaar lang de ware aard van mensen zien.

Ibn Arabi zegt dat hij zo'n rajabi is tegengekomen, die het hele jaar de ware aard van mensen kon zien. Laten we kijken wat Ibn Arabi ons vertelt:

Deze rajabi die ik zag, bleef de ware aard van de rafida voor de rest van het jaar zien, en hij zag hen als varkens! Zo gebeurde het dat een persoon langs de rajabi zou lopen, en de rajabi nooit van deze persoon vernomen heeft wat zijn geloof is. Deze persoon zou langslopen, waarna de rajabi hem ziet in de vorm van een varken! De rajabi zou hem dan roepen en zeggen: "Toon berouw! Want jij bent een sjiiet, een rafidi!" Die rafidi zou dan verbaasd raken daarvan. Als die rafidi dan oprecht berouw toonde, zou de rajabi hem weer zien als mens. Maar als die rafidi slechts berouw toonde met zijn tong, dan bleef de rajabi hem zien als een varken. De rajabi zou dan zeggen: "Je hebt gelogen!" En als die rafidi de waarheid sprak, zei de rajabi: "Je hebt de waarheid gesproken." De rajabi zou de eerlijkheid van die rafidi zien, omdat hij hem weer mens ziet worden. En die rafidi neemt dan afstand van zijn geloof.

Bron: Futuhat al-Makiyya, vol. 3, pg. 14



Mottahari: "Ibn Arabi is wonderbaarlijk!"

Al-Tabataba'i: "Niemand in de Islam kan met een zin komen als die van Ibn Arabi!"

Haydar Amuli: "Ibn Arabi is een vertegenwoordiger van Allah!"

Ibn Arabi: "Shia zijn varkens.."

De respect is duidelijk niet wederzijds.

Ibn Arabi en pantheïsme.

Het is bekend dat Ibn Arabi de vormgever is van het pantheïstische geloof van 'wahdat ul-wujoud'. Wahdat ul-wujoud houdt in feite in dat Allah en Zijn creatie één zijn. Simpel gezegd: Allah is ons en wij zijn Allah. We zijn één geheel.

Nawaf al-Jarrah zegt:

Er is haast een consensus dat de bewering van 'wahdat al-wujud' (eenheid van alles wat bestaat) pas tevoorschijn kwam in zijn complete vorm door Ibn Arabi. 

Alles wat bestaat - gebaseerd op de uitspraak van Ibn Arabi - is één. En de aanwezigheid van de creaties is de bron van de Maker. Het zwakke verstand kan niet begrijpen dat er geen verschil is tussen Allah en de creaties. Ibn Arabi ondersteunt dit middels de uitspraak van Allah: {O mensen, jullie zijn behoeftig aan Allah, maar Allah is Zichzelf genoeg, en Hij is de geprezene}. [35:15]. En dit is wat Ibn Arabi in zijn Futuhat al-Makiyya duidelijk maakte.

En hij zei: "Haast en begeer niet naar iets, want alles wat je ziet, is Allah."

Bron: Tanazzul al-Amlak, Ibn Arabi, pg. 11



Een voorbeeld van het pantheïsme van Ibn Arabi in zijn boek 'Fusus al-Hikam' is te vinden waar hij het heeft over het volk van Musa (as):

De aanbidding van het Kalfje creëerde een splitsing tussen hen. Sommigen van hen volgden de Samiri, en sommigen van hen weigerden het Kalfje te aanbidden, totdat Musa terug zou keren om hem erover te vragen. Harun was bang dat hij verweten zou worden dat hij een splitsing tussen hen gecreëerd zou hebben. Maar Musa kende de situatie beter dan Harun, want Musa wist Wie de mensen van het Kalfje aanbaden, aangezien Allah bepaald heeft dat alleen Hij aanbeden zou worden. En wanneer Allah iets bepaald, dan zal het ook gebeuren. Musa berispte zijn broer Harun, aangezien Harun afwijzend en onbekwaam met de situatie omging. De arif (kenner) is namelijk degene die Allah in alles ziet. Sterker nog, de arif ziet Allah als de bron van alles. Musa was Harun aan het onderwijzen, terwijl Musa jonger was dan hem.

Bron: Fusus al-Hikam, pg. 192


Musa bekritiseerde dus zijn broer Harun, omdat het aanbidden van het Kalfje in feite hetzelfde is als het aanbidden van Allah. De arif ziet namelijk Allah in alles, zelfs in een idool. Alles is Allah. Lees het stukje tekst hierboven nogmaals.

De geheimzinnigheid van de 'urafa.

Heel vaak hoor je de sjiieten en de sjiitische geleerden wel eens zeggen: "Nee, jullie begrijpen het verkeerd. Irfan is heel moeilijk te begrijpen, het is helemaal geen pantheïsme."

Indien het geen pantheïsme is, waarom wordt het dan zo enorm verborgen gehouden?

Een arif genaamd Ayatollah Mohammed al-Husain al-Tehrani zegt:

De gerespecteerde Ayatollah Sheikh Abbas al-Qawjani zei altijd: "Ik ging dagelijks, vóór het Dhuhr-gebed, even twee uur langs bij Ayatollah Al-Qadi. In deze laatste jaren las ik altijd het boek 'Futuhat al-Makiyya' aan hem voor. En hij luisterde dan naar mij. Als er dan een onbekende persoon zou langslopen, zou ik stoppen met voorlezen, en Al-Qadi zou dan beginnen te praten over andere onderwerpen."

Bron: Al-Ruh ul-Mujarrad, pg. 342



Dit is Ayatollah Al-Qadi:


Hoe kun je de 'urafa dan nu nog vertrouwen als dit is hoe zij zich gedragen? Deze mensen kennen de waarheid over Ibn Arabi, maar dan nog nemen ze geen afstand van hem. Ze verbergen hun ware geloof voor ons. Het zijn namelijk pantheïsten die Ibn Arabi als profeet hebben genomen.